Inspiratie en Visie


Het is vrijwel onmogelijk om volledig te zijn in wat mij als schrijver inspireert en passioneert. Tijdens mijn opleidingen filosofie en psychologie heb ik me veel verdiept in seksualiteit, lustbeleving en de objectivering van het lichaam. Waar een groot deel van de wetenschappelijke literatuur zich negatief uitlaat over het objectiveren van de mens, zeker waar de mens als lustobject wordt geportretteerd, acht ik het noodzakelijk dat hier genuanceerder naar gekeken wordt. Willen we als mens op een gezonde en vrije wijze met onze seksualiteit leren omgaan, hebben we te erkennen dat objectivering een inherent facet vormt van onze seksuele aard. Seksualiteit (incl. liefde en intimiteit) en objectivering hoeven elkaar niet te bijten, mits helder is wanneer het onze menselijke waardigheid en mentale gezondheid schaadt. Dit helder krijgen is cruciaal om onszelf zowel te leren beschermen tegen een kwaadwillende ander en een vertekend zelfbeeld als ook om onszelf niet vanuit schaamte te hoeven vervreemden van de seksuele behoeften en fantasieën die we koesteren. Aangezien dit morele gezondheidsvraagstuk een belangrijk aspect vormt van wat mij in de mens interesseert, neem ik dit vanzelfsprekend mee in de fictie die ik schrijf. Juist fictie leent zich uitstekend om verschillende perspectieven te onderzoeken, grenzen op te zoeken, en te spelen met filosofische gedachte-experimenten die de realiteit overstijgen. Identiteit, autonomie, de 'goedheid' van de mens, machtsverhoudingen en taal- en cultuurverschuivingen zijn voor mij hierbij belangrijke onderwerpen. 

Inspiratie: Morele vraagstukken rondom seksualiteit, identiteit, en machtsverschillen inspireren me in mijn schrijfwerk.


Schrijven betekent voor mij méér dan mezelf mogen verliezen in fantasie. Ik beschouw het als een vorm van communicatie, een brug die je tracht te slaan naar een ander perspectief, een andere ervaring, een ander brein. Verhalen die mensen emotioneel met elkaar verbinden zijn voor mij waardevol. Wanneer mensen recht tegenover elkaar komen te staan en er onoverbrugbare kloven dreigen te ontstaan, dan gaat me dat aan het hart. De dialoog met elkaar blijven voeren vind ik daarom ontzettend belangrijk, maar losse gesprekken, die niet zijn ingebed in een context van wederzijds vertrouwen, lijken weinig impact te hebben. De gedeelde ervaring, genesteld in spel en plezier, schept mijns inziens een noodzakelijk vertrouwen om van zelfgenoegzame aapjeskijker ("kijk hen dan! hahaha") te veranderen in aanwezige medemens ("Die ander is zo gek nog niet"). En juist de kunsten, waaronder dus ook de schrijfkunst, kunnen daar denk ik veel in betekenen, omdat zij niet alleen de taal van de ratio spreken, maar óók die van het hart en het plezier. Voor mij persoonlijk betekent dit dat ik naar een balans wil streven tussen enerzijds gerichte kritiek en nuance, op gevaar af dat dit polariserend werkt, en anderzijds universele hoop en liefde. Die balans is moeilijk en is iets waarmee ik experimenteer, maar voor mij wel heel belangrijk. Het maakt overigens dat ik 'entertainment' net zo hoog acht als meer 'diepzinnige' verhalen. Entertainment verbindt mensen in mijn ogen. Diepzinnige verhalen laten mensen iets nieuws over het leven ontdekken of zetten hen over een bepaald vraagstuk of probleem aan het denken. Beide vormen vind ik inspirerend en hebben in mijn ogen een maatschappelijk belang. 

Visie: Als ik mijn medemens mag inspireren in zowel scherpte en nuance als liefde en hoop, dan vaar ik voor mijzelf de juiste koers.